Veel organisaties die medewerkers in Duitsland willen aannemen zitten met de vraag wat een Duitse werknemer nou eigenlijk echt kost. Met het brutosalaris ben je er namelijk nog niet. Net als in Nederland zijn er in Duitsland ook werkgeverslasten. In de regel liggen de extra kosten voor de werkgever bij 21% van het bruto jaarsalaris. Dit zijn alleen de kosten voor de sociale verzekeringspremies, extra kosten voor pensioen, vakantiegeld of een auto komen er nog bij. In dit artikel proberen we de Duitse sociale verzekeringen met de Nederlandse volks- en werknemersverzekeringen te vergelijken en laten we zien hoe de premiepercentages verdeeld zijn. Zo krijg je een globaal overzicht van de wettelijke werkgeverslasten.
Welke loonkosten kan je verwachten in Duitsland?
Het is lastig om een concrete vergelijking te maken tussen de werkgeverslasten in Duitsland en Nederland. Door de verschillende premies voor sociale verzekeringen is een duidelijke één-op-één vergelijking moeilijk tussen de hoogte van de loonkosten in Duitsland en in Nederland. Het stelsel wat we in Nederland kennen met werknemersverzekeringen en volksverzekeringen kennen ze niet op deze manier in Duitsland. In de meeste gevallen delen werkgevers en werknemers in Duitsland de sociale premies. Als werkgever kan je ervan uitgaan dat je bovenop het brutosalaris van je Duitse werknemer minimaal 21% aan wettelijke werknemersverzekeringen moet betalen. In totaal zullen de bijkomende kosten ongeveer 30% van het bruto jaarsalaris bedragen, maar dat verschilt per bedrijf en branche.
Lees in ons artikel over de Duitse loonstrook meer over de inkomstenbelasting in Duitsland, Steuerklassen en andere soorten belasting voor werknemers.
Werkgeverslasten Duitsland
Naast de primaire loonkosten is de sociale verzekeringspremie de belangrijkste nevenkostenpost. De sociale verzekeringspremie is verdeeld over vier verzekeringsvormen. Zowel de werknemer als de werkgever betalen een vast percentage van het brutoloon aan premie. Hieronder lees je waaruit de sociale verzekeringen bestaan.
Krankenversicherung (KV)
Dit is vergelijkbaar met de Nederlandse ziektekostenverzekeringswet (Zvw). De wettelijke bijdrage voor de KV komt neer op 14,6% van het brutosalaris en wordt gedeeld door de werkgever en de werknemer. Beide partijen betalen dus 7,3%. Afhankelijk van de verzekeraar kan er nog een extra bijdrage zijn. Deze kan variëren van 0,20 tot 2,70% die ook weer verdeeld wordt.
Pflegeversicherung (PV)
Dit is vergelijkbaar met de wet langdurige zorg (Wlz). Zodra de werknemer aanspraak maakt op langdurige zorg, neemt de Pflegeversicherung de kosten op zich. Denk daarbij aan de kosten voor thuiszorg of een verzorgingstehuis. De Krankenkasse betaalt in zo’n geval uit. De wettelijke bijdrage voor de PV is in de meeste deelstaten 1,525% van het brutoloon voor zowel de werkgever als de werknemer.
Rentenversicherung (RV)
Deze vorm van sociale verzekeringspremie is vergelijkbaar met de Nederlandse Algemene Ouderdomswet (AOW). Net als in Nederland gaan Duitsers rond hun 67ste met pensioen. Na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd ontvangen zij deze uitkering. De hoogte van de uitkering wordt bepaald door de hoeveelheid die diegene heeft betaald gedurende zijn werkende leven. Naast de AOW-functie heeft de Rentenversicherung parallellen met de Algemene nabestaandenwet (Anw) Hinterbliebenenrente en Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). De kosten voor de Rentenversicherung bedragen gezamenlijk 18,6%, dat komt neer op 9,3% per partij.
Arbeitslosenversicherung (AV)
Alle werknemers in Duitsland betalen een verplichte bijdrage aan de Arbeitslosenversicherung, die vergelijkbaar is met de Nederlandse Werkloosheidswet (WW). De hoogte van die bijdrage is 1,20% voor de werkgever en 1,20% voor de werknemer.
Beitragsbemessungsgrenze voor sociale verzekeringspremie
Vrij vertaald is de Beitragsbemessungsgrenze de maximale premiegrens, oftewel het hoogste salaris waarover werknemersverzekeringspremies moeten worden betaald. Het inkomen wat boven de premiegrens ligt wordt niet meegenomen in de berekeningen. De Duitse wetgever heeft daarbij onderscheidt gemaakt tussen de grenswaardes voor de wettelijke Kranken- en Pflegeversicherung en het maximum premieloon voor de Renten- en Arbeitslosenversicherung. Op basis van de historisch economische ontwikkelingen in Duitsland heeft men ook onderscheid gemaakt tussen de nieuwe deelstaten (voormalig Oost-Duitsland) en de oude deelstaten.
Ieder jaar wordt de maximum premiegrens opnieuw vastgesteld. In 2021 zien de Beitragsbemessungsgrenzen er als het volgt uit. Voor de wettelijke Kranken- en Pflegeversicherung ligt de grens bij €58.050 bruto per jaar. De grens voor de wettelijke Renten- en Arbeitslosenversicherung ligt in de oude deelstaten bij €85.200 bruto per jaar. In de nieuwe deelstaten bij € 80.400 bruto per jaar.
Andere werkgeverslasten in Duitsland
Voor werkgevers in Duitsland zijn er ook nog een aantal andere kostenposten zoals een wettelijk verplichte beroepsongevallenverzekering: Unfallversicherung. De werkgever draagt exclusief de kosten voor deze verzekering, die in feite ook behoort tot de eerder genoemde sociale verzekeringen. De premiehoogte hangt af van het aantal verzekerden, de salarissen en de gevarenklasse van de werkzaamheden. Daarnaast is er nog de Insolvenzumlage die vrijwel iedere werkgever in Duitsland moet betalen. Dat is een klein percentage wat maandelijks door de Krankenkasse wordt geïnd. In het geval van een faillissement worden werknemers uit dat potje doorbetaald.
Meer weten?
Heb je vragen over het in dienst nemen van Duits personeel of de werkgeverslasten in Duitslanden? Wil je advies over de werving en selectie van Duitse verkooptalenten? Neem dan contact op met Gateway to Germany. Wij begeleiden al 20 jaar Nederlandse bedrijven in het recruitment van Duitse professionals. Als je meer wil weten over werkgeverslasten in Duitsland of als je deskundig fiscaal advies nodig hebt. Neem dan eens een kijkje bij ons expertnetwerk. Daar vind je ongetwijfeld de specialist die jou verder kan helpen.